-
als alles er af is
de lijn

wijdbenige passer
de tweesprong snijdt
van vroegere golven schelpenritselt deze vlakte
geen ruimte voor mooiweerspelerij
trekt rijen en rijen de klei uitdode haas
dode kat
nieuw wegdek een ritssluiting
heldervoorzichtig verlaten
vogelnestje
op dashboard
na kijkdoos van liefde
in eiland op weilandhangbrugt passer in de hoogte
ketst het meer de blik als lood
het gras koud aan de grond
de maan rauw als een haring
de tank bijna leeg
klapt de haan met de kop tegen de muurkapotte handen wilgetenen vis uit blik
polderjongen met de hazelip
van vader op zoon en zoon op zoon
slaap nog een uur en veertig minutensteek passer door ei
dunne punt door de kop van Overijssel
koorzingt water als haven
haven als zinkenen jager op hazen en hazenopjager
twee handen,
klappen als voor de Herewil je wel hier zijn
hier wil je zijn
nat en gelukkig
de buizerden Haveman dendert over veel te smal lint
aan weerszijden wortels in naoorlogs grint
jankt de berm in stenen ribbels
groet de jongenen de teler en de man van het uitzendbureau
wenken kom! tel zelf je uren,
mes in laars, wat en hoe in het Pools
tot de pauzeroep en het groene licht
op de boei in de achtertuin
nooit meer knipperenbodem uit de emmer
water uit de bodem
uit uitgebot bot van de mammoetvlak zonder bochten
door moet je
daar ga je
boven vroeger de Super, het postagentschap
en eens in de maand de bibliobus,
lang zichtbaar verdwijnendleeg je rustig de sleuf van de jackpot
en komt mee naar huisdoof voor hun afgunst
en glad voor hun denkenmis ik je het meest
als alles er af is